Onlangs heb ik bijna in een adem een heel interessant boek gelezen: ‘Laat je hersenen niet zitten’ van Erik Scherder, hoogleraar Klinische Neuropsychologie. Het boek werd mij min of meer onder de neus gedouwd door een vroegere klasgenoot en jeugdarts, tevens mede hardloop-gek. In het boek houdt de professor doctor een pleidooi over het in conditie houden van ons brein. Volgens hem hoef je hiervoor alleen maar uit je luie stoel te komen!
Het slechte nieuws is dat we met zijn allen steeds luier worden en dat dit grote risico’s met zich meebrengt: ‘Zitten is het nieuwe roken’. U weet natuurlijk al lang dat overgewicht en obesitas tot de grootste bedreigingen van de gezondheid behoren vanwege de risico’s op hart- en vaatziekten, suikerziekte en hoge bloeddruk. Maar dat het ook van invloed is op de hersenen is wat minder bekend. Aan de hand van het aanhalen van allerlei wetenschappelijk onderzoek laat Scherder zien dat kinderen slimmer worden wanneer ze sporten. Ook maakt hij zeer aannemelijk dat degenen die meer bewegen minder kans hebben op het ontwikkelen van dementie. Bewegen is dus blijkbaar niet alleen van belang voor een mooi figuur, maar ook voor de conditie van het brein.
Nu ben ik zelf een ‘beweger’, maar na het lezen van het boek kreeg ik toch weer wat meer de kriebels, kent u dat? Meteen zet ik een nieuwe stappenteller app op mijn telefoon om weer eens in kaart te brengen wat mijn beweeg patroon is, ik parkeer mijn auto bewust wat verder weg, neem de trap in plaats van de lift, loop een keer extra naar de printer, om tot de ontdekking te komen dat mijn telefoon wel erg snel leeg raakt op deze manier! J
Toch ben ik vast van plan om consequent meer te bewegen, ook omdat ik van mening ben dat ik overtuigender zal zijn in mijn advisering naar mijn cliënten als ik zelf doe wat ik verkondig. Daarom spreek ik op een van de locaties waar ik werk met 2 dames af om tussen de middag een half uur te gaan ‘lunchwandelen’. Heel gezellig: ik leer de dames wat beter kennen en krijg ook wat meer ‘inside’ informatie over dingen die gebeuren in de organisatie. Zo vertelde de ene dame op een keer dat iedereen zo blij is dat het weer mooi weer wordt. Zij vertelde dat dit op de afdeling leidde tot een gesprek over ontharen: oksels en benen en zo. Er werd uitgewisseld over de verschillende methodes. “Nou, en toen kwam ik,” zei ze. Nu moet u weten dat deze dame een uitgebreide voorgeschiedenis heeft met verschillende soorten kwaadaardige aandoeningen waar zij langdurig voor behandeld is geweest. Ze glimlachte ondeugend en zei: “En ik zei: kuurtje chemo doet wonderen!” En ze kwam zelf al niet meer bij van het lachen. “De manager lag over tafel van het lachen, hihi.” En ja, ik stond ook te grijnzen, en was zwaar onder de indruk van dit prachtige mens. Twijfelend of je hier wel om mag lachen, maar ook bedenkend dat ik altijd roep dat je je problemen moet ‘omdenken’ en dan ook maar weer hierin het goede voorbeeld moet geven. Want zeg nou zelf: dit is toch ultiem omdenken?!
Later toen ik naar mijn ver weg geparkeerde auto liep moest ik stilletjes weer grinniken. Ik ben blij met mijn ‘lunchwandelingen’: ik hoop daardoor op meer en langer kwaliteit van leven, maar meer nog hoop ik op veel mooie mensen om mee te verbinden door het wandelen.